
Het oorspronkelijk Amerikaanse boek ‘Seks en zo’ staat op de leeslijst voor de Week van de Lentekriebels. De kinderen van groep 7 en 8 die dit boek voor hun neus kunnen krijgen, worden blootgesteld aan activistische propaganda die niet alleen immoreel is, maar ook vaak feitelijke onjuistheden bevat.
Week van de Lentekriebels: Kinderboek verspreidt nepnieuws over gender, homoseksualiteit en abortus
Een transgender zou “iemand [zijn] die overstapt van het bij de geboorte toegewezen geslacht naar een ander gender.” Dat is wat Rutgers kinderen van groep 7 en 8 wil wijsmaken tijdens de Week van de Lentekriebels. Een dergelijke bewering is niets anders dan leugenachtige propaganda. Daar blijkt het boek Seks en zo vol mee te staan. ‘Homoseksualiteit is aangeboren’ en ‘mannen en vrouwen zijn identiek op hun geslachtsorganen na’, zijn andere voorbeelden.
Gender en geslacht
Aan de wortel van de genderideologie bevindt zich de kunstmatige scheiding tussen geslacht of sekse aan de ene kant, en een verzonnen concept dat lhbt-activisten sinds enige tijd ‘gender’ noemen aan de andere kant. De auteurs leggen kinderen het ‘verschil’ uit: Bij hun geboorte krijgen kinderen gebaseerd op hun geslachtsdelen “het etiket ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ opgeplakt” (p. 3). Maar, aldus Seks en zo, klopt dat niet altijd met hoe mensen zich van binnen voelen. Die subjectieve beleving van wie ze denken te zijn, los van hun lichaam, is volgens het boek wat ‘gender’ is. Dit kan “een meisje of een jongen, een man of een vrouw, een mix van genders, ergens tussen man en vrouw in, of geen van beide [zijn]” (p. 3).
‘Intersekse personen’ als springplank
Om deze ideologie wetenschappelijk te laten klinken, wijzen de auteurs naar het bestaan van zogenaamde ‘intersekse personen’. Dit zijn mensen met een aangeboren afwijking aan de geslachtsdelen waarbij in sommige gevallen niet (meteen) duidelijk is of het kind een jongetje of een meisje is. Volgens de genderideologen ondermijnt het bestaan van deze extreem kleine groep mensen het hele idee dat eenieder ófwel man, ófwel vrouw is. Dit is echter onjuist. Er worden ook mensen geboren met één arm, dat ondermijnt niet dat het normaal is dat mensen twee armen hebben. Dit heet een afwijking. Zo’n tragisch gevolg van onze beschadigde wereld ondermijnt de norm niet, het bevestigt die juist.
‘Ontevreden? Stap over!’
Het hele idee dat mensen dus van een ander ‘gender’ kunnen zijn dan hun geslacht is dus niets meer dan een verzinsel. Het woord ‘jongen’ of ‘meisje’ heeft een onlosmakelijke fysieke dimensie. Het is niet iets ongrijpbaars dat je kunt ‘voelen’ zonder het lichamelijk te zijn. Het boek verkondigt deze gnostische ideologie onverminderd: “Gender is een identiteit die je misschien moet ontdekken en die je zelf kunt vormgeven, en die bij jou van binnenuit komt.” (p. 4). Als er geen ‘match’ is tussen hoe je lichaam is en hoe je je denkt te voelen ben je volgens Seks en zo ‘transgender’. Dat zou “iemand [zijn] die overstapt van het bij de geboorte toegewezen geslacht naar een ander gender.” (pp. 13-14)
Biologisch nepnieuws
Kinderen worden dus zo op het idee gebracht dat ook zíj wellicht ‘in het verkeerde’ lichaam geboren zouden zijn. Dan heeft het boek goed nepnieuws: “je geslacht is biologisch en kan veranderd worden.” (p. 4). Met andere woorden, als je als jongen niet tevreden bent over je geslacht, dan kun je dat dus gewoon ‘veranderen’. Ze beweren zelfs dat het “wetenschappelijk is vastgesteld dat de meeste organen binnen in ons lichaam, zoals hart, longen en maag, bij iedereen ongeacht gender of geslacht hetzelfde zijn.” (p. 5). Dat is niet zo. Het idee ontstaat dat mannen- en vrouwenlichamen identiek zijn, op de geslachtsorganen na. Pas dat laatste aan en ‘hopla’, je bent van geslacht ‘veranderd’. Dat is een zeer schadelijke leugen. Niet alleen heeft nagenoeg iedere cel in je lichaam ofwel XX-chromosomen als vrouw of XY-chromosomen als man (de enige uitzondering zijn zaadcellen die ofwel X-, dan wel Y-chromosmen bevatten), ook verschillen onze organen. Een vrouwenhart is anders dan dat van een man. Daarom zijn er speciale vrouwenpoli’s die gespecialiseerd zijn in het vrouwenhart. Dit wordt ook bevestigd door hoogleraar voortplantingsgeneeskunde Bart Fauser. Volgens hem ‘verschilt bijna alles in het lichaam voor man en vrouw.’
Onzedelijke plaatjes
Door het hele boek heen staan tientallen grote plaatjes van naakte kinderen en volwassenen. Deze zijn soms statisch (pp. 20-27), maar op sommige plaatjes doen kinderen aan zelfbevrediging (p. 51), of bedrijven ze de huwelijksdaad (pp. 9, 60). Op diezelfde twee pagina’s is ook zeer expliciet te zien hoe twee mannen en twee vrouwen met elkaar zondigen. Het boek geeft naast plaatjes ook vergaande instructies en zeer beeldend taalgebruik om de huwelijksdaad te beschrijven aan kinderen. Ook steriele seksuele handelingen, tussen twee mensen van hetzelfde geslacht komen uitgebreid aan bod (pp. 59-62). Homoseksuele handelingen worden in Seks en zo beschreven als een “manier van aanraken” die ervoor kan zorgen “dat het hele lichaam lekker voelt.” (p. 9). Normale seksualiteit tussen man en vrouw is volgens Seks en zo dan ook slechts “één manier van geslachtsgemeenschap”. Dat is overigens niet tussen ‘man’ en ‘vrouw’ maar tussen “iemand met vrouwelijke en iemand met mannelijke voortplantingsorganen”, aldus het boek (p. 8). Voor de duidelijkheid, ze willen middels deze omslachtige woordkeuze aan kinderen leren dat er dus ook ‘mannen’ zouden bestaan met vrouwelijke geslachtsorganen en andersom.
‘Homoseksualiteit is aangeboren’
De zonde van homoseksualiteit komt ook uitgebreid ter sprake. Ze beweren niet alleen dat de richting van seksuele drang onveranderlijk is, maar zelfs dat het in feite is aangeboren: “Een mens wordt geboren, denken [wetenschappers], met een bepaalde biologische samenstelling, en ontwikkelt zich op grond daarvan tot homo, bi of hetero.” (p. 13). Er is geen enkel bewijs voor de bewering dat homofilie erfelijk is, of anderszins aangeboren, zo stelt ook psycholoog dr. Gerard van den Aardweg op basis van uitvoerig wetenschappelijk bewijs. Toch predikt Seks en zo deze leugen alsof het een onomstotelijk feit is. Dat er ‘nog steeds’ mensen zijn die de millennia-oude christelijke opvatting over homoseksualiteit onderschrijven en dus van mening zijn “dat homoseksuele relaties ‘zondig’ zijn”, hebben daar geen goede reden voor, aldus de auteurs: “De meningen van zulke mensen zijn gebaseerd op onwetendheid en angst.” (p. 15)
Lees ook: Week van de Lentekriebels: Rutgers ondermijnt normaal gezin “voor kinderen vanaf 3 jaar”
Genderneutraal praten
De kinderen van groep 7 en 8 krijgen ook uitgebreide instructies over de rest van de lhbt-letterbak, inclusief de nieuwste verzinsels zoals queer, non-binair, en panseksueel. Normale kinderen worden met “cisgender” aangeduid (pp. 13-15). Hun wordt ook verteld dat ze zich moeten aanpassen aan mensen die aan dat soort waanbeelden lijden: “Het is altijd respectvol en aardig om mensen te vragen hoe ze aangesproken willen worden en voor welk persoonlijk voornaamwoord – zoals hun, zij (enkelvoud), hij of hen – ze de voorkeur hebben om naar zichzelf te verwijzen en dat ze willen dat anderen gebruiken als ze met of over hen praten.” (p. 15). Ten eerste is ‘hun’ geen persoonlijk voornaamwoord. Ten tweede is het helemaal niet respectvol en aardig om mensen te vragen naar hoe ze aangesproken willen worden. Normale mannen en vrouwen kunnen zich behoorlijk beledigd voelen als ze die vraag krijgen: ‘Zie ik er soms ambigu uit?’
Zelfbevrediging
Hoofdstuk 15 van het boek opent met een veelzeggende titel: “Doodgewoon zelfbevrediging”. De plastische instructies worden vergezeld door twee expliciete afbeeldingen van een jongen en meisje die afzonderlijk de eenzame zonde bedrijven. “Zelfbevrediging kan je een warm en opgewonden gevoel over je hele lichaam bezorgen”, beloven de auteurs (p. 51). Verder stellen ze de kinderen gerust dat “zelfbevrediging (…) van alle leeftijden [is] – baby’s, kinderen, tieners, volwassenen en ouderen doen het.” (p. 52). Niet alleen stuurt Seks en zo kinderen aan om zichzelf ‘te ontdekken’, maar ook elkaar. Het is volgens het boek niet gek dat kinderen nieuwsgierig zijn naar andere kinderen. “Soms leidt dat zelfs tot het bekijken en zelfs bevoelen van elkaars lichaam. Dat is een normale manier van verkennen…”, beweert Seks en zo. (p. 13). Dit wordt gezegd tegen kinderen van 10-12 jaar. Is dit wat we aan kinderen van die leeftijd willen leren?
‘Leeftijd is maar een getal’
Een misleidende opvatting die op meerdere plekken in het boek te vinden is, is dat seksuele aantrekkingskracht iets is dat je overkomt. Bovendien zou er geen norm zijn, aldus Seks en zo. Of je nu naar mannen of vrouwen verlangt, zou even moreel neutraal zijn als de voorkeur voor frikandel of kroket. Dit principe gaat volgens de auteurs ook op voor leeftijd: “Je kunt vol zijn van iemand van je eigen gender of van een ander gender, van iemand die even oud is, ouder of jonger. En dat is doodgewoon.” (pp. 6-7). Is het volgens Rutgers ‘doodgewoon’ om seksuele verlangens te hebben voor iemand die veel jonger is? Het boek promoot pedofilie niet openlijk, maar het legt de keuzeverantwoordelijkheid omtrent seksualiteit wel alleen bij het kind zelf neer: “Of je met iemand naar bed gaat of niet, dat moet je helemaal zelf weten.” (p. 75). Wat als een kind seksuele omgang met een volwassene denkt of zegt te willen?
Zwangerschap en abortus
Tegen het einde van het boek krijgen kinderen uitgebreid uitleg over voorbehoedsmiddelen. Gepretendeerd wordt dat het een betrouwbare manier is van zwangerschap voorkomen (pp. 75-79). Ook SOA’s komen uitgebreid aan bod (pp. 97-104). De nadruk ligt in het hele boek echter op het voorkomen van een zwangerschap. Mocht dit toch gebeuren, dan heeft Seks en zo een heel hoofdstuk gewijd aan de gruwelijke zonde van abortus. Het wordt beschreven als een soort ‘nabehoedsmiddel’. Dat is volgens de auteurs slechts “een kleine ingreep onder verdoving, waarvoor je niet in het ziekenhuis hoeft te blijven. Voor mensen die in Nederland wonen is het bovendien gratis… vooral in een vroeg stadium van de zwangerschap is het een ongevaarlijke ingreep.” (p. 82). Ook wordt de abortuspil verkondigd als een simpel alternatief: “De pil zorgt ervoor dat de baarmoeder samentrekt waardoor het embryo het lichaam verlaat.” (p. 82).
Abortusleugens
Bij een abortus zou ‘het embryo het lichaam verlaten’. Wat ze er niet bij zeggen is dat het ongeboren kind eerst gedood wordt. Zo expliciet en plastisch als de auteurs zijn als het op seksualiteit aankomt, zo eufemistisch en verhullend zijn ze opeens over de moorddadige aard van abortus. Dit doen ze onder andere door de menselijkheid van een ongeboren kind te ontkennen: “Vanaf dat moment kan de verenigde cel zich ontwikkelen tot foetus. Bij de geboorte wordt de foetus een baby.” (p. 38). Los van het feit dat ‘foetus’ gewoon Latijn is voor ‘nageslacht’ of ‘kind’, verandert er wezenlijk niets aan een kind na de geboorte, alleen zijn of haar locatie. Abortus doodt een ongeboren kind, hoe je het ook noemt. Deze waarheid, en vele andere die een bedreiging zijn voor de lhbt-agenda, wil Rutgers – ‘toevallig’ onderdeel van Planned Parenthood, ’s werelds grootste abortusorganisatie – verzwijgen voor onze kinderen tijdens de Week van de Lentekriebels. Daarom zal Gezin in Gevaar niet rusten tot schoolkinderen beschermd worden tegen deze seksuele indoctrinatie en andere schadelijke leugens.
Wilt u ook meestrijden voor de bescherming van kinderen die nog niet geboren zijn, sluit u dan aan bij onze zustercampagne Stirezo Pro Life: Over ons | Stirezo Pro Life.
--
Een principieel, niet een persoonlijk standpunt
Dit artikel heeft als doel het verdedigen van het huwelijk, het gezin en de moraal volgens de katholieke leer. Op geen enkele manier is het onze bedoeling personen te belasteren. Wij oefenen simpelweg onze vrijheid uit als kinderen van God (Rom. 8:21), zodat "iedere tong zou belijden tot glorie van God de Vader, dat Jezus Christus de Heer is." (Fil. 2:11).
Laatst bijgewerkt: 13 maart 2025 13:40