
Thuisonderwijs wint aan populariteit in Nederland.
Waarom kiezen steeds meer ouders voor thuisonderwijs?
Thuisonderwijs is in opkomst. In schooljaar 2013/2014 kregen 575 kinderen vrijstelling voor school. In 2022/2023 was dat opgelopen tot 2.124 kinderen. Wat maakt deze optie steeds aantrekkelijker voor ouders?
'Precies op het kind afgestemd'
“Het mooie van thuisonderwijs is dus dat je dit precies per kind kunt afstemmen,” zegt een thuisonderwijzende vader in een interview met Gezin in Gevaar. “Mijn vrouw stelt per week of per maand vast wat ze moeten doen. Ze mogen ook vooruit werken.” Het curriculum is geënt op de Westerse beschaving, in lijn met de christelijke geloofsovertuiging van het gezin. “Wij zoeken vooral Nederlandse klassieke werken.”
Leerplichtenambtenaren zijn niet blij
Het enthousiasme van deze vader wordt niet gedeeld door Ingrado, de landelijke vereniging voor leerplichtambtenaren. Die klaagt over het gebrek aan toezicht door het Openbaar Ministerie. Het OM meldde deze maand zelfs de strafvervolging van thuisonderwijzers te staken. Daardoor “laten we kinderen in de kou staan”, aldus Ingrado-voorzitster Corien van Starkenburg. Zij krijgt bijval van staatssecretaris Mariëlle Paul (Onderwijs). "Ouders kunnen hierin geen eigen rechter spelen,” zegt de bewindsvrouw. “De wet moet ook op dit punt worden gehandhaafd.”
Lees ook: Nieuw onderzoek: boeken beter voor onderwijs dan beeldscherm
Vrijstelling van de leerplicht
Wat zegt de wet over thuisonderwijs? Opmerkelijk genoeg niets. Het begrip komt in het geheel niet voor in de Leerplichtwet. Die spreekt wel van een vrijstelling van de leerplicht. Als ouders die verkrijgen, dan zijn ze vervolgens geheel vrij in wat zij hun kind aanbieden. Het geven van thuisonderwijs ligt dan evenwel voor de hand. Ouders krijgen overigens alleen vrijstelling als ze “overwegende bedenkingen” hebben tegen de “richting” van de scholen in hun woonomgeving. Bezwaren tegen de inrichting (denk aan het wel of niet gebruiken van laptops in het klaslokaal). De vrijstelling komt tot stand door een beroep, medegedeeld aan de gemeente waar het kind woont, op artikel 5 b van de Leerplichtwet. Het betreft hier dus geen ‘aanvraag’ die de overheid moet inwilligen, maar de kennisgeving.
Verwar thuisonderwijs niet met andere vormen
Het gaat hier dus niet om kinderen die door een pandemie thuis gedwongen afstandsonderwijs krijgen van hun school. Evenmin gaat het om kinderen die door autisme of lichamelijke klachten geen schoollessen kunnen volgen. Dat zijn de zogeheten ‘thuiszitters’. Kinderen die onder artikel 5 b vallen, zouden in principe perfect naar school kunnen gaan. Alleen zijn hun ouders bezwaard tegen de richting van de scholen in hun omgeving.
Wetgever wilde geen oordeel over geloofsovertuiging
De wet biedt de overheid geen handvatten om de inhoud van deze richtingsbezwaren te beoordelen. Dat is de opzet geweest van de wetgever. Bij het introduceren van de Leerplichtwet in 1969 lag de Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheugen. Een les van de Duitse bezetting was dat de overheid zéér terughoudend moet zijn met het registreren en beoordelen van de geloofsovertuiging van burgers. Dat de Nederlandse overheid de religie van burgers zo goed bijhield, was immers één van de oorzaken geweest dat zoveel joden opgepakt en afgevoerd konden worden.
Uitgebreide ondervraging over levensbeschouwing
Die les lijkt onderhand vergeten te zijn. Ouders die op gesprek komen bij de leerplichtambtenaar, worden uitgebreid ondervraagd over hun levensbeschouwing. Daarbij gebruiken ambtenaren richtlijnen die ontwikkeld zijn door de Hoge Raad, om te wegen of de richtingsbezwaren tegen de scholen “ernstige gemoedsbezwaren” en “concreet” zijn.
Theologisch amateurisme van de rechter
Maar wat is futiel of ernstig? Wat is vaag of concreet? Ongehinderd door enige theologische onwetendheid slaan ambtenaren en rechters aan het oordelen. In een strafzaak bij de Hoge Raad meende een raadsheer voldoende ‘onderzoek’ te hebben gedaan door online vragen te stellen aan een dominee op refoweb.nl. Het is alsof je bij een milieudelict afgaat op websites over tuinieren. Mede op basis van zijn vluchtig ‘onderzoek’ kwam de raadsheer tot het oordeel dat de theologische bezwaren van de thuisonderwijzende ouders niet-ernstig en niet-concreet zijn. Zij werden veroordeeld.
Koepel van ambtenaren spreekt van "flauwekulreligies"
Dit vonnis is ingegeven door het seculier-liberalisme dat dominant is in de ambtenarij en de rechterlijke macht. Ingrado-voorzitster Corine van Starkenburg spreekt zelfs van “flauwekulreligies” bij thuisonderwijzende ouders. In deze optiek geldt religie al snel als niet-ernstig en niet-concreet. Godsdienst is een hobby. Dat doe je maar buiten schooltijd om. Ouders krijgen van instanties dan ook de vraag of zij niet na schooltijd godsdienstles kunnen geven. Dat ouders in hun geweten bezwaard zijn tegen de inhoud van het schoolcurriculum, en in extremis hun leven willen opofferen om hun kinderen daar van af te schermen, kan de gemiddelde seculiere ambtenaren niet bevatten.
Joke Sperling
Onder juristen is steeds meer protest te horen tegen de toepassing van de leerplichtwet op het punt van thuisonderwijs. De praktijk is “volkomen verwijderd van de oorspronkelijke bedoeling van de (grond)wetgever”, oordeelt onderwijsjuriste Joke Sperling (‘’Richting’ en leerplicht: een stand van zaken’, School en Wet 2023/71). De Hoge Raad is “op de stoel van de wetgever” gaan zitten, door te negeren dat in de wet “het ouderlijk keuzerecht boven het recht op schoolonderwijs van kinderen gaat”.
Wet legt staat aan banden
Het recht van kinderen op fatsoenlijk onderwijs wordt in de rechtspraak uitgespeeld tegen het recht van ouders op onderwijs dat in lijn is met hun overtuiging. In de media is het niet anders. “De leerplichtwet is er om kinderen te beschermen tegen misbruik,” schrijft Aleid Truijens in de Volkskrant, “maar ook tegen de ongebreidelde macht van hun ouders.” In werkelijkheid is de leerplichtwet eerder ontworpen om ouders te beschermen tegen de ongebreidelde macht van de staat.
Overheid moet pedagogische overtuiging van ouders respecteren
Het beoordelen van de geloofsovertuiging achter het thuisonderwijs heeft geen grondslag in de Nederlandse wet. Het is bovendien strijdig met de Europese rechtspraak, stelt Sperling, die promoveerde op de juridische aspecten van het thuisonderwijs. De Europese jurisprudentie gebiedt de overheid de pedagogische opvattingen van ouders te respecteren. Dus als ouders het ongepast vinden dat vrouwelijke leerkrachten een broek dragen, en op grond daarvan vrijstelling van de leerplicht willen, dan moet de staat die wens eerbiedigen. Dit principe geldt echter pas als de Europese rechter zich uitgesproken heeft over een Nederlandse thuisonderwijs-casus. Vooralsnog is dat niet gebeurd.
Lale Gül
Deze juridische complexiteiten zijn niet besteed aan opiniemakers in de Volkskrant. Nog koddiger gaat het er aan toe in de Telegraaf. Columniste Lale Gül noemt thuisonderwijs een “nachtmerrie”. De schrijfster meent dat veel ouders “helemaal geen toestemming [hebben] voor thuisonderwijs, omdat ze geen geldige reden hebben voor een vrijstelling, maar redenen als religie.” Ook bij een niet-jurist krommen de tenen van zulke beweringen. “Arme kinderen,” schrijft Gül. “Je zou er maar een zijn en later erachter komen dat je een gigantische achterstand hebt. Hun kansen op een open vizier op de wereld, een goede baan, een normale sociale ontwikkeling, worden ze bij voorbaat afgepakt.”
Thuisonderwezen kinderen presteren beter
Naast wetkennis ontbreekt het bij Gül aan praktijkkennis. Amerikaans onderzoek wijst uit dat thuisonderwezen kinderen het academisch én sociaal beter doen dan hun schoolgaande leeftijdsgenoten. Thuisonderwijs stelt ouders in staat om hun kinderen te beschermen tegen de linkse ideologie die heerst in het Nederlandse onderwijs. Daarnaast zijn er veel voordelen in termen van karaktervorming. Kinderen krijgen één op één begeleiding. Ze leren in anderhalf uur wat ze op school in acht uur leren, wat tijd overlaat om bijvoorbeeld een extra taal te leren. Kinderen spelen ook beter met kinderen van verschillende leeftijden. Ze behouden de natuurlijke nieuwsgierigheid die op school nogal eens afgestraft wordt door pesterige leeftijdsgenootjes.
Geen geringe opgave
Er zijn dus genoeg voordelen. Toch blijft thuisonderwijs iets voor een minderheid. Het is geen geringe opgave. Ouders moeten zelf een curriculum ontwikkelen. Dit kan niet afgewenteld worden op de school. Naast lesgeven is er ook nog het huishouden en al het andere wat bij een gezin komt kijken. Een extra offer is financieel: de moeder blijft veelal thuis en werkt niet. Thuisonderwijsgezinnen zijn vaak eenverdienersgezinnen. Die zijn niet ‘geëmancipeerd’ en worden daarom fiscaal gestraft door de overheid.
"Dit doe je met hart en ziel"
De uitdagingen die thuisonderwijs met zich meebrengt, maken dat ouders vaak bovengemiddeld gemotiveerd en betrokken zijn bij het leren van hun kinderen. Ze investeren bewust in de sociale ontwikkeling en stimuleren zelfredzaamheid. “Ik ken geen enkele ouder die lichtvaardig denkt over thuisonderwijs,” zegt thuisonderwijsmoeder Pascale de Vries in NRC. “Het is intensief en het is een enorme verantwoordelijkheid. Dit doe je met hart en ziel.”
Op je eigen tempo leren
Een dochter van De Vries geeft nota bene les op een basisschool, na zelf thuisonderwijs te hebben gekregen. “Ze drukte me laatst op het hart: het was zo fijn om thuis les te krijgen, op je eigen niveau, op je eigen tempo,” aldus de moeder. “Soms lekker met een boekje tegen de verwarming. Mijn dochter zou de kinderen in de klas meer individuele aandacht willen geven, maar dat gaat niet.”
Thuisonderwijs ontlast schoolsysteem
Dat brengt ons bij de huidige toestand het Nederlands onderwijs. Jaar na jaar dalen we op de internationale ranglijsten die lees- en rekenvaardigheden bijhouden. Een onderdeel van het probleem is het nijpende tekort aan leraren. Politiek Den Haag, onderwijsstaatssecretaris Mariëlle Paul voorop, zou dankbaar moeten zijn dat ouders het onderwijs van hun kinderen in eigen handen willen nemen.
Laatst bijgewerkt: 25 april 2025 08:21