Tweede Kamerverkiezingen: politieke partijen over huwelijk, gezin en man-vrouwverhoudingen

Tweede Kamerverkiezingen: politieke partijen over huwelijk, gezin en man-vrouwverhoudingen

THEMA'S:

De Tweede Kamerverkiezingen zijn in aantocht. Politieke partijen hebben hun verkiezingsprogramma’s gepubliceerd waarin ze hun plannen voor Nederland uiteenzetten. Welke partijen verdedigen het huwelijk en gezin, en welke juist niet? Om die vraag te beantwoorden heeft Gezin in Gevaar de verkiezingsprogramma’s doorgespit en het stemgedrag van de partijen geanalyseerd. Dit zeggen en stemden politieke partijen over huwelijk en gezin.

Belang van Nederland (BVNL)

De partij van Wybren van Haga besteedt niet veel aandacht aan huwelijks- en gezinszaken. Maar de dingen die de partij zegt zijn positief. BVNL beschouwt niet school of de overheid, maar de ouders als hoofdverantwoordelijk voor de opvoeding van kinderen. De partij wil daarnaast een grondige reorganisatie van jeugdzorg die zich richt op “het in stand houden van het gezin”, en dus niet op “het uithuisplaatsing van kinderen.” BVNL deelt een belangrijke pro-gezinswaarde: kinderen behoren op de eerste plaats toe aan de ouders, niet aan de Staat.

Christen-Democratisch Appèl (CDA)

De partij van Henri Bontenbal heeft blijkens de standpunten omtrent genderideologie en christelijk onderwijs hun christelijke veren afgeschud. Dat blijkt ook wel uit hun nieuwe verkiezingsprogramma. Daarin staat dat het CDA opkomt voor alle ‘gezinnen’, waaronder ook “regenbooggezinnen” – homoparen en andere lhbt-varianten. Een gezin is volgens hen: “Elk verband waar een kind liefdevol kan opgroeien.” Hiermee is deze partij de enige die in zijn partijprogramma het gezin – en dus ook het huwelijk – letterlijk herdefinieert. Dit is een heel recente ontwikkeling. In 2020 stemden ze namelijk nog tegen een wettelijke regeling voor meerouderschap. Het CDA ondermijnt het gezin van man, vrouw en kinderen door “regenbooggezinnen” op gelijke voet te zetten met het gezin zoals God het bedoeld heeft.

Lees ook: Verkiezingen 2023: Hoe denken partijen over de genderideologie?

ChristenUnie (CU)

De ChristenUnie besteedt in hun partijprogramma niet veel aandacht aan pro-gezinszaken. Toch vinden ze het wel belangrijk genoeg dat ze een ‘minister van gezin’ aan willen stellen. De partij wil ook het gebruik van sociale media door kinderen aan banden leggen. De CU erkent dat kostwinnergezinnen het “fiscaal steeds zwaarder” krijgen. In hun verkiezingsprogramma schrijven ze de economische draagkracht van eenverdieners te willen vergroten. Dat ze hiertoe bereid zijn, blijkt wel uit het feit dat ze in 2021 nog instemden met de motie om de belastingskloof tussen één- en tweeverdieners te verkleinen. Ook stemden ze in 2020 tegen een wettelijke regeling voor meerouderschap en zijn ze tegen het draagmoederschap. Wat gezinszaken betreft heeft de CU goede standpunten. Helaas zijn hun problematische opvattingen over de genderideologie een voorbode van een gecomprimeerd gezinsbeleid.

D66

De antigezinspartij van Rob Jetten wil een Europese wet die “gendergelijkheid” afdwingt (lees: de ingeschapen man-vrouwverschillen ondermijnen). Dit heeft volgens de partij als doel om het “glazen plafond” te breken voor vrouwelijke werknemers. Als het aan D66 ligt, moet het management van bedrijven voor minstens 30% uit vrouwen bestaan. Dit geldt ook voor de techsector. Niet verrassend stemde de feministische partij tegen de motie om de belastingkloof tussen één- en tweeverdieners te verkleinen. ‘Gelijke behandeling’ geldt alleen voor die gezinssamenstelling waar de zegen van D66 op rust. Net als het CDA willen ze Europese erkenning van “regenbooggezinnen.” Maar dat niet alleen, de partij wil ook een regeling voor draagouderschap, alsook meerouderschap: “een derde of vierde ouder zou ook … wettelijk gezag moeten kunnen krijgen.” Ook zou echtscheiding (nog) makkelijker moeten worden. Als het aan D66 ligt, kan een huwelijk voortaan ontbonden worden bij de gemeente zonder tussenkomst van de rechter. Hierbij degraderen ze het door God ingegeven sacrament tot een maandelijks opzegbaar abonnement. D66 beschouwt het door God gegeven gezin van man, vrouw en kinderen als een obstakel dat uit de weg geruimd moet worden voor hun antichristelijke agenda.

Minister, stop de fiscale bestraffing van het kostwinnersgezin!

GroenLinks-Partij van de Arbeid (GL-PvdA)

De partij van voormalig EU-bureaucraat Frans Timmermans kan natuurlijk niet achterblijven als het om het ondermijnen van Gods bedoelingen gaat. Ook deze partij streeft naar de “erkenning voor regenbooggezinnen.” Draagmoederschap moet volgens hen niet alleen geregeld worden, maar zelfs gesubsidieerd. Ze stemden in 2020 dan ook vóór een wettelijke regeling voor meerouderschap. Ook op de werkvloer wil de groenrode partij feministische ‘gelijkheid’ en ‘lhbt-diversiteit’ afdwingen. Zo wil de partij van Timmermans dat maximaal 60% van de raden van commissarissen uit “personen van hetzelfde gender” mogen bestaan. Net als D66 beschouwt het groenrode blok het normatieve gezin van man, vrouw en kinderen als een obstakel voor hun ideologie.

Partij voor de Dieren (PvdD)

Net als bij hun opvatting over de genderideologie blijkt de onschuldig lijkende partij van Esther Ouwehand de kroon te spannen in hun schending van de geschapen norm van man, vrouw en kinderen. In hun partijprogramma hekelen ze openlijk het feit dat vrouwen een leven leiden “in dienst van de ander: de echtgenoot, familie een (groot) gezin of het huishouden.” De PvdD wil hen hiervan ‘bevrijden’ door hen meer “perspectieven en keuzevrijheid” te bieden. Ze zijn ervan overtuigd dat dat zorgt voor een “beter leven voor vrouwen”. Het gevolg, namelijk een dalend geboortecijfer, juichen ze toe (!) “omdat vrouwen eindelijk de positie krijgen waarin ze zelf kunnen beslissen.” Als het aan de PvdD ligt, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen gezinssamenstellingen: ze juichen het meerouderschap toe en pleiten voor een draagmoederschapsregeling. Als hiervoor een IVF-behandeling nodig is, moet dit volgens hen worden vergoed. De PvdD verkondigt openlijk in hun verkiezingsprogramma dat zij het moederschap als een obstakel zien. Een vrouw hoort volgens de partij niet in dienst te leven van anderen, maar van zichzelf en haar werkgever. Vanwege het openlijk toejuichen van het dalende geboortecijfer is het niet vergezocht om PvdD als een antigezins-, nee zelfs als een antimenselijke partij te bestempelen.

Lees ook: Verkiezingen komen eraan: dit vinden partijen van onderwijsvrijheid en seksuele indoctrinatie van schoolkinderen

Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP)

De SGP beschouwt “het klassieke gezin van man, vrouw en kinderen (…) dé pijler van de maatschappij”, en wil daarom dat het gezin opgenomen wordt in de Grondwet. Vanwege het belang van het gezin wil de SGP zich hardmaken tegen echtscheiding. De SGP is tegen overheidsbemoeienis over hoe man en vrouw de opvoeding van de kinderen en werk buitenshuis verdelen. “Laat ze zelf bepalen”, aldus de partij. Ze constateren dat de regering onevenredige druk zet op éénverdieners. Ze vinden de fiscale discriminatie van kostwinners een “onrecht, waar snel een einde aan moet komen.” De SGP spreekt zich als enige partij uit over de worstelingen van grote gezinnen en pleiten daarom voor meer financiële steun voor hen. De regering heeft volgens de SGP de plicht om stabiele relaties te promoten. Ook vinden ze dat er onderzoek gedaan moet worden naar de maatschappelijke kosten van echtscheiding. De SGP is een principiële pro-gezinspartij die het door God ingestelde gezin Grondrechtelijke bescherming wil bieden.

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD)

De voormalige regeringspartij wil “de acceptatie van LHBTIQ+’ers in conservatiefreligieuze gemeenschappen versterken” door samenwerking met lhbt-organisaties. Ze zijn tegen het gezin van man, vrouw en kinderen als de norm. Ze pleiten in hun verkiezingsprogramma namelijk voor ‘alternatieve gezinsvormen’ door middel van draagmoederschap en zelfs meerouderschap. Ze willen onderzoeken “hoe de zorg voor mensen met een kinderwens, ongeacht relatievorm, verbeterd kan worden.” Dat de VVD niet gezinsvriendelijk is blijkt ook uit het feit dat ze in 2021 als een van de weinige partijen nog tegen de motie stemden om de belastingskloof tussen één- en tweeverdieners te verkleinen. Ook willen ze kinderen nog eerder verplichten om naar school te gaan – ze zijn faliekant tegen thuisonderwijs. Nu zijn kinderen ‘pas’ leerplichtig vanaf vijf, maar de VVD wil dit verlagen naar vier jaar. De VVD doet niet onder voor D66 als het gaat om antigezinspolitiek.

Volt-Nederland

Net als de VVD en andere linkse partijen wil Volt een einde aan het gezin van man, vrouw en kinderen als norm. Dit houdt onder andere in dat de partij van Laurens Dassen wil dat meerouderschap en andere “regenbooggezinnen” dezelfde rechten krijgen als normale gezinnen. Volt wil het gelijkheidsgedram ook doorvoeren op de werkvloer. Zo willen ze dat er een einde komt aan de zogenaamde ‘loonkloof’ tussen man en vrouw. Bedrijven moeten volgens de partij verder onder druk gezet worden om “gendergelijkheid” na te streven. Doen bedrijven dat niet, dan krijgen ze als het aan Volt ligt een vette boete. De EU-georiënteerde partij wil hun uitgeholde definitie van ‘gezin’ aan het hele continent opleggen.

Nederland heeft nood aan een Nationaal Actieplan tegen Pornografie!

Geen (uitgesproken) mening over gezinszaken

Er waren opvallend veel partijen die weinig of niks te melden hadden in hun verkiezingsprogramma over het gezin of het huwelijk. Een partij als BBB zegt zich hard te maken voor het bestrijden van de zogenaamde ‘loonkloof’ tussen mannen en vrouwen. Ook de SP vindt het niet acceptabel “dat vrouwen hetzelfde werk doen en daarvoor minder betaald krijgen dan mannen.” Aan de andere kant van het politieke spectrum schoppen andere partijen juist aan tegen dat geforceerde ‘gelijkheidsdenken’. JA21 wil diversiteit op het gebied van ideeën, niet op grond van geslacht of ‘gender’. Volgens de partij is diversiteit “niet gelijke uitkomsten fabriceren tussen mannen en vrouwen.” FVD wil dan ook meteen een einde aan “positieve discriminatie” die linkse partijen voorstaan om ongelijkheid ‘recht te trekken’. Ook de PVV staat hierachter. Zij hekelen dat partijen als Volt bedrijven een “voorkeursbeleid” willen opleggen. Ze beloven zich te verzetten tegen “gendermaatregelen (…) en diversiteitsgeneuzel.” Ook bij DENK is een duidelijk anti-woke sentiment zichtbaar, maar ze gaan niet in op gezinszaken. NSC, de partij van Pieter Omtzigt, laat zich in het geheel niet uit over dit soort kwesties. Het feit dat bijna de helft van de partijen maar zo weinig of helemaal niks te zeggen heeft over de beschermwaardigheid van het gezin is zorgwekkend. Dit terwijl vrijwel iedereen in een gezinssituatie woont. Het is goed dat anti-woke partijen zich verzetten tegen “diversiteitsgeneuzel” op de werkvloer, maar dat is slechts een symptoom van een veel dieper probleem: Gods ontwerp voor man en vrouw, verbonden via het huwelijk en meestal verrijkt met kinderen, ligt meer dan ooit onder vuur.

--

Een principieel, niet een persoonlijk standpunt

Dit artikel heeft als doel het verdedigen van het huwelijk, het gezin en de moraal volgens de katholieke leer. Op geen enkele manier is het onze bedoeling personen te belasteren. Wij oefenen simpelweg onze vrijheid uit als kinderen van God (Rom. 8:21), zodat "iedere tong zou belijden tot glorie van God de Vader, dat Jezus Christus de Heer is." (Fil. 2:11).

Benieuwd hoe politieke partijen tegenover de seksuele indoctrinatie van schoolkinderen staan? Klik hier voor een overzicht.

Klik op deze link voor het overzicht van de opvattingen van de partijen over de genderideologie.

Nieuwsgierig naar hoe pro-life de partijen zijn? Bekijk dan de partij analyses van Stirezo:

> Dit vinden partijen van abortus

> Dit vinden partijen van (kinder)euthanasie

Laatst bijgewerkt: 16 november 2023 12:04

Doneer