De thuispagina van het COC wekt de indruk van een bruisende maatschappelijke organisatie. Ongemakkelijke waarheid: men draait vrijwel geheel, voor meer dan 97%, op belastinggeld. (Screenshot coc.nl)
COC leeft voor 97% van subsidie - en maakt zich zorgen daarover
Wie zich afvraagt waar de tsunami aan regenboogvlaggen en andere homopropaganda vandaan komt, moet de laatste jaarrekening van het COC eens openslaan. Daaruit blijkt dat 97% van de inkomsten uit overheidssubsidie bestaat. Homoseksuele zelfpromotie dus, vrijwel volledig uit belastinggeld. Het is de achilleshiel van de homolobby.
Slinksheid van methode
De geldstromen naar het COC zijn een voorbeeld hoe vanuit de overheid op indirecte wijze de wissels in de samenleving worden omgezet. Je stuurt gewoon jaar in jaar uit een geldstroom naar NGO’s die vanuit een of ander fraai geformuleerd doel - in dit geval ‘gelijkberechtiging’ of ‘emancipatie’ van de homoseksuelen - permanent mogen inwerken op de publieke opinie, die zo van haar eigen geld wordt omgeturnd zonder dat zij zich dit bewust wordt, maar denkt dat dit een spontaan maatschappelijk proces is. De slinksheid van die methode zou meer moeten verontrusten.
Eigen broek ophouden is er niet bij
Particuliere donaties aan het COC – die een maatstaf zijn voor het werkelijke draagvlak in de samenleving – blijken uiterst marginaal: nog niet eens 1%! Dat noemt zich dan een LHBTI-belangenorganisatie: men kan nog niet bij benadering de eigen broek ophouden. Vergelijk dat eens met Gezin in Gevaar, dat voor 100% draait op donaties van vele particuliere Nederlanders die zich oprecht zorgen maken over de status van het gezin en de gesubsidieerde LHBTI-sering van Nederland.
Slecht geweten van homoseksuele zelfpromotie
De naam van het COC zet al direct op het verkeerde been. De afkorting staat voor ‘Cultuur- en Ontspannings Centrum’, terwijl het hoofddoel van meet af aan het promoten van homoseksualiteit was. Dit is strijk en zet in de homoseksuele zelfpromotie en verraadt haar slechte geweten. Zo kun je ook ontucht wel ‘gay’ (Engels voor ‘blij’) noemen, maar dit leidt slechts tot woordvervuiling, zodat schoolklassen bij een toneelvoorstelling van Shakespeare in lachen uitbarsten als de Grote Bard iemand laat zeggen ‘I am so gay’. Dat lachen zegt trouwens ook iets over hoe werkelijk tegen homoseksualiteit wordt aangekeken. Overigens heette het COC oorspronkelijk de Shakespeare Club. Ook weer zoiets.
Oscar Wilde bekeerde zich
De steevast hypocriete, versluierende naamgeving van homopropagandistische projecten doet ook denken aan de als ‘wetenschappelijk’ geduide collectie van pedofiele plaatjes van PvdA-senator Edward Brongersma. Of aan het ‘Wissenschaftlich-humanitäre Komitee’ dat de homoseksuele arts en homopropagandist Magnus Hirschfeld in het wufte Berlijn van 1897 oprichtte. Hirschfeld kreeg toen overigens versterking vanuit Nederland, toen daar rechter en advocaat jhr. Jacob Schorer in problemen kwam, omdat hij net als Oscar Wilde beschuldigd werd van onzedelijke handelingen met minderjarigen. Wilde werd daar terecht om veroordeeld, raakte aan lager wal en bekeerde zich op zijn eenzame sterfbed tot het katholieke geloof. Iets wat de huidige homopromotie die Wilde graag als ‘martelaar’ op het schild heft, er gewoonlijk vergeet bij te vertellen.
Hypocriete benaming
Bij Schorer ging het helaas anders. Geen berouw, maar na terugkeer richtte die in navolging van Hirschfeld het Nederlandsch Wetenschappelijk Humanitair Komitee (NWHK) op. Let op de – wederom – hypocriete benaming. De aanleiding maakt die al meteen duidelijk: Schorer was woedend omdat de leeftijdsgrens voor seksuele handelingen met jongens net was opgehoogd van 16 naar 21. Dát terugdraaien was zijn doel. Pedofilie en homoseksualiteit gaan vloeiend in elkaar over. Wat verkocht wordt als wens tot sociale emancipatie en een zaak van humaniteit is in feite de wens naar vrije homoseksuele lustbeleving, met daaronder verborgen: pedofilie. Het NWKH van Schorer wordt als de vooroorlogse voorloper van het COC gezien.
Nieuwtje van de jaren zeventig
Het COC kreeg met de seksuele revolutie van de jaren zestig nieuwe kansen. In de jaren zeventig volgde dan ook een radicalisering, zo valt te lezen op Wikipedia: “Het COC had zich tot dan toe vooral gericht op de aanpassing van homoseksuelen aan een heteroseksuele omgeving, maar er gingen steeds meer stemmen op die voor homoseksuelen een eigen plaats opeisten in de samenleving, naast de heteroseksuelen en met behoud van de eigen identiteit."
Revolutionaire vakbond tegen huwelijk en gezin
Uiteraard was de wens voor vrije homoseksualiteit steeds het hoofddoel en dat is nooit anders geweest. Het COC “werd hoe langer hoe meer een homovakbond”, aldus Wikipedia. Maar wel een ‘vakbond’ die zijn revolutionaire aard verried door zich verbeten tegen huwelijk en gezin, de hoeksteen van de samenleving, te keren. Die staan vrije seksualiteit immers in de weg. Consequent genoeg was het COC daarom aanvankelijk ook tegen het ‘huwelijk’ voor homoseksuelen. ‘Huwelijk’ impliceert immers seksuele beperking en monogamie, en dat staat haaks op de homoseksuele levensstijl. Maar elders zag men in de adoptie van het ‘homohuwelijk’ juist een mogelijkheid het echte huwelijk binnen te dringen en de natuurlijke en maatschappelijke orde van binnenuit stuk te maken. Een sluwe strategie. Maar ook een die nog wel eens een boemerangeffect zou kunnen krijgen.
"Slechts twee dominante financiers"
Alle officiële retoriek van 'homo-acceptatie' ten spijt, heeft het Nederlandse publiek weinig op met de doelen van het COC. Dat blijkt wel uit de minimale financiële steun van particulieren. Het is een kwetsbaarheid die het COC zelf onderkent in zijn jaarverslag. Op pagina's 15 en 16 staat dat er "slechts twee dominante financiers" zijn, te weten de ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Deze financiers kunnen zich terugtrekken, omdat "subsidieplafonds onderhevig zijn aan sociaal maatschappelijke – en politieke – ontwikkelingen."
Nederlanders worden wakker
Dat zijn ontwikkelingen die steeds meer in het nadeel van het COC werken. Kritiek op bijvoorbeeld genderindoctrinatie in het onderwijs wordt tegenwoordig niet alleen geuit door christelijke partijen, maar ook door seculiere partijen als PVV en FvD. Bovendien wordt het Nederlandse publiek wakker. De aankondiging van een heus COC-lespakket 'seksuele en genderdiversiteit' deed veel Nederlandse Twitteraars steigeren. Gezin in Gevaar lanceerde er een petitie tegen die nu al veelvuldig is getekend. Het COC zag zich genoodzaakt tot een statement 'pesten voorkomen' en 'veilige sfeer creëren'. Genderindoctrinatie als pestpreventie - zouden ze het zelf geloven?
Kaartenhuis kan zo instorten
De petitie van Gezin in Gevaar is gericht aan onderwijsminister Dennis Wiersma, bewindsman op één van de twee "dominante financiers" van het COC. Als hij ook maar een deel van de subsidie intrekt, kan het kaartenhuis van de homolobbyclub zo instorten. Daarom: teken de petitie aan Wiersma!
--
Een principieel, niet een persoonlijk standpunt
Dit artikel heeft als doel het verdedigen van het huwelijk, het gezin en de moraal volgens de katholieke leer. Op geen enkele manier is het onze bedoeling personen te belasteren. Wij oefenen simpelweg onze vrijheid uit als kinderen van God (Rom. 8:21), zodat "iedere tong zou belijden tot glorie van God de Vader, dat Jezus Christus de Heer is." (Fil. 2:11).
Laatst bijgewerkt: 16 mei 2022 15:42