Wopke Hoekstra maakt van onderwijsvrijheid een wassen neus
De onderwijsvrijheid “mag nooit een vrijbrief zijn voor intolerantie of inperking van elkaars rechten op scholen”. Dat staat in het verkiezingsprogramma van het CDA.
CDA wil onderwijsvrijheid kapotmaken
Wie deze politieke nieuwspraak kan decoderen, begrijpt wat er werkelijk staat: dat het CDA scholen het recht wil ontnemen om homoseksualiteit principieel af te wijzen en dus ook het recht om homoseksuele docenten of leerlingen te weigeren. De passage is gericht tegen het confessionele onderwijs.
Wopke Hoekstra
Wopke Hoekstra is voor deze verkwanseling van de onderwijsvrijheid, vastgelegd in artikel 23 Grondwet, verantwoordelijk. De nieuwe CDA-voorman cultiveert een degelijk imago, maar blijkt in werkelijkheid een crypto-D66’er te zijn. In de Eerste Kamer stemde hij als enige CDA’ er al tegen de ‘weigerambtenaar’. Met dat framende woord worden de ambtenaren van de burgerlijke stand aangeduid die voor het huwelijk staan en daarom principieel niet kunnen meewerken aan de komedie van het ‘homohuwelijk’, waarin twee mensen van gelijk geslacht een echtpaar naspelen en zo hun samenwonen burgerlijk willen laten afstempelen.
Reageerbuis
Geheel daarmee in overeenstemming is dat Hoekstra, eveneens als enige CDA-senator, in 2014 voor het lesbisch ouderschap stemde. Ook die wet draagt bij tot vervalsing van verwantschapsrelaties, omdat duidelijk is dat van de twee ‘moeders’ in een lesbisch ‘homohuwelijk’ er maar hooguit één echt de moeder van een kind kan zijn, dat – als het niet geadopteerd is – waarschijnlijk in de reageerbuis van een vruchtbaarheidskliniek kunstmatig tot stand is gebracht dan wel in een zedeloze seksuele daad van een van de ‘moeders’ met een uitgezochte zaaddonor. Ook hier zien we weer dat het CDA bijdraagt aan het bevorderen van een onchristelijke maatschappelijke chaos, in plaats van die vanuit een christelijk besef van de Scheppingsorde principieel te bestrijden.
Bestaansrecht
De passage over onderwijsvrijheid in het CDA-verkiezingsprogramma heeft in januari 2021 nogal de aandacht getrokken, omdat die onderwerp werd van enige interne politieke koehandel, niet in de laatste plaats door toedoen van Hoekstra zelf. “Als dit programma wordt vastgesteld, is dit CDA mijn stem kwijt”, twitterde de conservatieve advocaat en filosoof Bas Hengstmengel en Bart Jan Spruyt viel hem daarin bij. Voormalig CDA-medewerker Maarten Neuteboom twitterde “Ja hoor, het CDA is begonnen aan het afzagen van de tak waar de partij zelf op zit. De godsdienst- en onderwijsvrijheid is zo ongeveer het bestaansrecht van de christendemocratie.” En Wopke Hoekstra “streept dat letterlijk op een achternamiddag achteloos door”, aldus een verontwaardigde Neuteboom.
Lees ook: Gezin in Gevaar neemt de verkiezingsprogramma's onder de loep
Felle reacties
Wat was er gebeurd? Hoekstra had in het concept-verkiezingsprogramma ingegrepen en de volgende frase over onderwijsvrijheid geschrapt: “daarmee beschermen wij de ruimte voor bijzondere scholen om zelf invulling te geven aan het onderwijs op basis van godsdienst en levensbeschouwing”. Hoekstra wil dus die ‘ruimte’ – de onderwijsvrijheid - nadrukkelijk niet beschermen, want waarom laat hij die passage anders weghalen? Maar blijkbaar was het CDA wel geschrokken van de felle reacties. In een latere versie zette het die tekst weer terug, maar handhaafde de passage dat onderwijsvrijheid “nooit een vrijbrief mag zijn voor intolerantie of inperking van elkaars rechten op scholen”. Dit betekent dat het CDA in haar knieval voor homolobby en D66 volhardt, en die met het terugzetten van de eerste passage alleen maar kosmetisch wat heeft toegedekt.
Kommer en kwel
Neuteboom klom echter in de pen en wees er in een opiniebijdrage in het Nederlands Dagblad op dat het “de truc in politiek en journalistiek Nederland is” om “voortdurend te hameren op het aambeeld van religieus intolerant onderwijs”. Daarbij wordt – iets wat Neuteboom niet noemt – islamitisch, op de sharia gebaseerd onderwijs niet zelden als representatief voor de vermeend intrinsieke intolerantie van confessioneel onderwijs aangehaald. Door over de band van de islam te spelen, delegitimeert men het eigenlijke doelwit, het christelijk onderwijs. “De kracht van de herhaling” zorgt er dan wel voor, aldus Neuteboom, dat mensen gaan “geloven dat het kommer en kwel is in het bijzonder onderwijs. Weg ermee! Uiteraard in naam van de weerbare democratie die bestaat uit allemaal tolerante progressieve liberalen die intolerant mogen zijn tegen wie volgens hen de niet-liberalen zijn.”
Relict uit verleden
Doordat het CDA al in het verkiezingsprogramma voor het secularisme lijkt te capituleren, “wrijven ze zich bij D66 in de handen”, concludeert Neuteboom. Bovendien waarschuwt hij: “De komende jaren is het zaak te voorkomen dat de christendemocratische muziek wordt herschreven in de sleutel van het progressief-liberalisme. Daartoe dient het accent te liggen op het fier uitdragen van de onderwijsvrijheid als een rechtsstatelijke verworvenheid en niet op het onzorgvuldig problematiseren ervan. Als het aan progressief-liberalen ligt, gaat de onderwijsvrijheid snel op de schop. Linkse en rechtse ideologen beschouwen deze door de christendemocratie bevochten vrijheid als een relict uit het verleden dat leidt tot segregatie, indoctrinatie en discriminatie. Zij dromen van een land waar kinderen worden geschoold in één en dezelfde levensbeschouwing: de seculier-liberale.”
CDA laat onderwijsvrijheid in de steek
Helemaal waar. Wie dat wil, kan maar beter meteen op D66 stemmen. En wie dat niet wil, zeker niet op het CDA. Want zolang Wopke Hoekstra die partij leidt, is de onderwijsvrijheid daar in bijzonder slechte handen.
Laatst bijgewerkt: 28 november 2023 09:32