President Museveni van Oeganda haalde zich de woede van Westerse landen op de hals door de wetgeving tegen homoseksualiteit in zijn land te verdedigen. (Foto: Russell Watkins/Department For International Development, CC BY-SA 2.0 via Flickr)
‘Westen dringt aan Afrika lhbt-propaganda op’
De ideologie die Westerse landen armere landen opdringen, concentreert zich op controversiële prioriteiten als lhbt-propaganda en uitgebreide seksuele voorlichting (CSE) met genderideologie en abortus. Dit gaat voorbij aan de echte problemen – of verergeren die zelfs – waar die armere landen voor staan.
Bevoogdende houding Westerse landen
Dat stellen een NGO-directrice en een Tunesische diplomate in een kritiek op de bevoogdende houding van Westerse landen. Terwijl een toenemend aantal van hen probeert, bovenop de door veel Afrikaanse landen als ongewenst ervaren lhbt-propaganda, ook nog zogenaamde 'feministische buitenlandse beleidsstrategieën' door te voeren, pleiten de twee Afrikaanse vrouwelijke beleidspersonen voor een politiek die kennis en expertise van Afrikanen moet omvatten en weerspiegelen, “in plaats van ons te vertellen hoe we ons moeten gedragen."
‘Omstreden prioriteiten’
Nimco Ali, de CEO van de Five Foundation, die campagne voert tegen vrouwelijke genitale verminking, en Aya Chebbi, een Tunesische diplomate en voormalig jeugdgezant van de Afrikaanse Unie, bekritiseren op de website devex.com het feit dat Westerse landen zowel bij de VN als in hun bilaterale hulpverlening omstreden prioriteiten stellen. Behalve lhbt-propaganda en uitgebreide seksuele vorming (Comprehensive Sexual Education, CSE) met daarin promotie van genderideologie en abortus, omvat dit bijvoorbeeld ook vermeend door de mens veroorzaakte klimaatverandering.
Kaag: handelsverdrag bewust geïdeologiseerd
Dat de klacht van Nimco Ali en Aya Cehbbi gegrond is, blijkt uit het feit dat minister Sigrid Kaag (D66) zich er uitdrukkelijk op heeft laten voorstaan via de EU een nieuw handelsverdrag te hebben benut om abortus en homopropaganda op te dringen aan ontwikkelingslanden. Nederland heeft zich voor deze onderdrukzetting en voor de ideologisering van het verdrag in het bijzonder ingespannen, aldus minister Sigrid Kaag (D66) in een brief van juni 2021 aan de Tweede Kamer.
Alsof SRGR ‘mensenrecht’ is
Letterlijk schrijft Kaag: “Nederland heeft zich er gedurende de onderhandelingen hard voor gemaakt dat mensenrechten, inclusief Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) en het non-discriminatiebeginsel stevig verankerd werden in de partnerschapsovereenkomst.” Let op de bedrieglijke voorstelling van zaken in een ambtsdocument alsof SRGR een ‘mensenrecht’ zou zijn. Blijkbaar is ook dit onderdeel geworden van de officieuze staatsideologie die Nederland niet alleen binnenlands doorvoert, maar ook steeds meer naar ontwikkelingslanden exporteert. De ‘handelspartners’ nemen een en ander echter niet in dank af.
Ideologische smokkelwaar onder valse vlag
Kaag moest namelijk toegeven dat de armere landen als verdragspartner niet akkoord gingen “met het letterlijk benoemen van seksuele gerichtheid en genderidentiteit”. Met andere woorden: van homoseksuele propaganda en genderideologie. “Het kabinet betreurt dat”, aldus Kaag, alsof deze landen over de schreef zijn gegaan door te weigeren. Kaag wijst er echter op dat homoseksualiteit en genderideologie met het verdrag meeliften onder het nondescripte koepelbegrip ‘other status’. Als ideologische smokkelwaar, zodat wat landen op officieel niveau tegengehouden, dan maar onder valse vlag wordt ingevaren.
Robbert Dijkgraaf aangeklaagd wegens laster
Dat ‘staatsideologie’ geen overtrokken term is, blijkt ook uit de brief die minister Robbert Dijkgraaf (eveneens D66) begin dit jaar aan de Tweede Kamer stuurde. Zoals op talloze plaatsen uit deze brief blijkt, is de lhbt-propaganda en genderideologie door de staat opgenomen in het officiële ideologische pakket dat ons land onder dekmantel van ‘mensenrechten’ in internationale gremia uitdraagt. Sterker nog, in de brief zette Dijkgraaf het verzet hiertegen weg als "regressieve druk", associeerde hij de campagne Gezin in Gevaar met terroristische aanslagen en suggereerde hij zelfs buitenlandse financiering. Vanwege deze ongefundeerde verdachtmakingen in een ambtsdocument heeft Gezin in Gevaar de minister aangeklaagd wegens laster.
Angst voor financiële consequenties
Ook vanuit de ontwikkelende landen klinken kritische stemmen. De Keniaanse politica Jennifer Shamalla heeft de vermenging van handelsrelaties met ongevraagde ideologische ballast fel bekritiseerd. “Handelsverdragen draaien om handel en ontwikkeling”, aldus Shamalla, die niet begrijpt waarom deze ‘rechten’ dan in het verdrag moeten worden opgenomen. Volgens haar dringen de culturele gevolgen van het verdrag nog niet tot de bevolkingen van de betrokken landen door. De politici daar hebben het er liever niet over, uit angst voor financiële consequenties.
Overeenkomst van Cotonou
Het ging in 2021 om het handelsverdrag tussen de EU en landen in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan (OACPS-landen). Dit verdrag moet de zgn. Overeenkomst van Cotonou vervangen, dat de EU in 2000 met 77 landen sloot en dat in 2020 afliep. Volgens een Amerikaanse pro- organisatie werd het handelsverdrag misbruikt als “een Trojaans paard voor een radicale agenda”.
Uitgebreide Seksuele Vorming
Het conceptverdrag bevat namelijk ook bepalingen over Uitgebreide Seksuele Vorming (CSE, Comprehensive Sexuality Education). Dit is de blauwdruk voor de ‘seksuele vorming’ van kinderen die via de organisaties van de Verenigde Naties (VN) over de wereld wordt verspreid. Deze behelst onder meer masturbatie voor zuigelingen. Via verdragen als het handelsverdrag met de OACPS-landen, maar ook via de wetgevende macht dringt deze ‘Uitgebreide Seksuele Vorming’ zich steeds dringender op en infiltreert zij wereldwijd onderwijssystemen, waaronder het Nederlandse. Zie hiervoor het schoolboekenrapport van de campagne Gezin in Gevaar.
‘Grote zak geld’
Shamalla hekelt de “stiekeme manier” waarop de EU haar land probeert te indoctrineren met homopropaganda en genderideologie. “Dit handelsverdrag financiert deze ideologie”, zegt ze. “Als je maar met een grote zak geld aankomt, krijg je veel gedaan.” Maar internationale handel mag niet misbruikt worden, benadrukt ze, om op neokolonialistische wijze een Westerse seksuele ideologie door te drukken. De recente anti-lhbtwetgeving in Oeganda kwam de president van dat land, Yuweri Museveni, bijvoorbeeld direct op hevige kritiek van minister Liesje Schreinemacher van Ontwikkelingssamenwerking te staan.
Plaatsing op ‘zwarte lijst’
Dit klemt des te meer omdat het nieuwe conceptverdrag een artikel bevat dat alle landen intensief moeten samenwerken in resoluties, verklaringen en statements en daar gezamenlijk voor moeten stemmen. Dat zou dan een “betere representatie en een sterkere stem” opleveren tijdens vergaderingen van bijvoorbeeld de VN. Afrikaanse diplomaten vrezen dat hun landen hiermee gedwongen zullen worden met Europese landen mee te stemmen, op straffe van verlies van financiële steun of plaatsing op een ‘zwarte lijst’. De EU doet dit immers ook met eigen lidstaten die de EU-partijlijn niet volgen, zoals Hongarije en Polen.
--
Een principieel, niet een persoonlijk standpunt
Dit artikel heeft als doel het verdedigen van het huwelijk, het gezin en de moraal volgens de katholieke leer. Op geen enkele manier is het onze bedoeling personen te belasteren. Wij oefenen simpelweg onze vrijheid uit als kinderen van God (Rom. 8:21), zodat "iedere tong zou belijden tot glorie van God de Vader, dat Jezus Christus de Heer is." (Fil. 2:11).
Laatst bijgewerkt: 5 september 2023 10:06