Echt burgerschapsonderwijs is niet liberaal maar christelijk
De discussie rondom de invulling van het burgerschapsonderwijs duurt voort. Op 9 november staat de Kamerbehandeling van het Wetsvoorstel burgerschapsopdracht op de agenda. De discussie gaat vooral over hoe dwingend de overheid mag handelen om leerlingen “respect bij te brengen voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat”. Maar wat is goed burgerschap eigenlijk?
Staatsburger
Burgerschap betekent letterlijk ‘het staatsburger zijn’. Burgerschapsvorming zou daarom onderwijs betekenen dat scholieren leert wat het inhoudt om staatsburger te zijn van het Koninkrijk der Nederlanden. Welke rechten en plichten heeft een Nederlands staatsburger? Hoe werkt ons rechtsstelsel en onze parlementaire democratie? Hoe zijn die tot stand gekomen? Hoe wordt de vrede en veiligheid in ons land gewaarborgd?
Lees ook: Burgerschapsonderwijs: ideologische sturing en ondermijning van christelijk onderwijs
Basiswaarden
De wens van minister Slob (CU) is om het burgerschapsonderwijs zodanig in te vullen dat naast de bovengenoemde fundamentele en theoretische vorming ook een morele vorming plaatsvindt. De leerling moet namelijk respect bijgebracht worden voor “de basiswaarden van de democratische rechtsstaat”. Mag de leerling – of docent – ook kritische woorden laten horen over diezelfde ‘basiswaarden’? En wat zijn die basiswaarden dan precies?
Abortus
Een liberale invulling van die basiswaarden zou onder andere leren dat abortus een goed recht is waarmee vrouwen gelijke kansen als mannen op de arbeidsmarkt verwerven. Vrijheid, gelijkheid en broederschap toch? Zoals dr. E.G. Bosma terecht opmerkt, is deze revolutionaire leus niet verkrijgbaar zonder “Geen God en geen meester”.
Plicht
Het is goed en noodzakelijk om de basiswaarden aan te scherpen. Elk onderwijs is immers moreel geladen. Als die waarden verder ingevuld worden, dan dient dat op christelijke wijze te gebeuren, niet volgens de revolutionaire credo’s van de Franse Revolutie. Het moet een plicht zijn dat alle kinderen leren dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is.
Liefde tot God
Christelijke scholen moeten te allen tijde de vrijheid hebben om goed christelijk burgerschap te onderwijzen. Dat houdt in dat de liefde tot God, de naaste en het eigen gezin de hoofdrol krijgen, en niet vrijheid en gelijkheid. Dat houdt ook in dat onderwezen wordt dat Gods geboden leidend horen te zijn in een samenleving, en niet ‘de basiswaarden van onze democratische rechtsstaat’. Die volgen daarna pas.
Laatst bijgewerkt: 28 november 2023 06:31