De oorsprong van de Seksuele Revolutie (4): De globalisering van gender
Nederlandse schoolboeken dringen kinderen seksualiteit op. Het doel is 'bewustzijn' kweken van hun 'seksuele aard'. Zelfs als de kinderen nog maar vier of vijf jaar oud zijn. Waar komt deze perverse drang vandaan? De campagne Gezin in Gevaar beschrijft de oorsprong en ontwikkeling van de Seksuele Revolutie in het rapport Seksuele indoctrinatie in schoolboeken. Na deel 1 over de Franse Revolutie, deel 2 over de Russische Revolutie en deel 3 over 1968, volgt nu het slotdeel over de wereldwijde verspreiding van gender.
Vacuüm na de val van de Muur
De opkomst en bliksemsnelle verbreiding van de genderideologie is mogelijk gemaakt door het ideologische vacuüm dat de val van de Muur in 1989 achterliet, en dat bekrachtigd werd door de ondergang van de Sovjet Unie eind 1991. Beroemd – inmiddels eerder controversieel – is de afkondiging destijds van ‘het einde van de geschiedenis’ door de politicoloog Francis Fukuyama: ‘grote verhalen’ en ideologieën zouden hebben afgedaan. Het communisme was dood. De liberale democratie had haar eindoverwinning behaald (alsof een van de grootste landen ter wereld, China, intussen niet gewoon communistisch was gebleven).
'Slechts een metamorfose'
In datzelfde jaar 1992 waarin Fukuyama zijn analyse debiteerde, gaf de Braziliaanse denker Plinio Corrêa de Oliveira echter een interview waarin hij opmerkte: “Misschien is de dag niet ver weg dat de kwestieuze echtheid van de terugtocht van het communisme slechts een metamorfose zal blijken.” Was de lelijke rups van het ‘reëel bestaande socialisme’, zo dacht Corrêa de Oliveira hardop, soms bezig te veranderen in een bedrieglijk “aantrekkelijke vlinder”? Zou het communisme zich alsnog “schijnbaar verslagen, op die manier verspreid hebben door heel de wereld”. Was er een nieuwe ideologie aan het ontstaan die – zij het op een andere manier en in een nieuwe vorm – in feite de voortzetting was van de oude?
Communisme realiseert zich in Westen
Een andere katholieke denker, Augusto del Noce, stelde in het laatste artikel voor zijn overlijden eind 1989 dat het communisme in het Oosten stierf, omdat het zich volledig gerealiseerd had in het Westen. Dáár was immers het materialistische paradijs ontstaan dat het communisme had beloofd, maar niet waargemaakt. Maar ook had dáár de welvaartssamenleving de kernwaarden van het communisme – filosofisch materialisme en atheïsme – overgenomen en doorgevoerd, vooral na het “versnellingproces” van de revolutie van 1968. In retrospectief had volgens Del Noce die revolutie wel een historische vergissing begaan. In het spoor van Reich en de Frankfurter Schule had ‘1968’ de traditionele en christelijke waarden – inclusief het gezin – abusievelijk gelijkgesteld aan het kapitalisme. Maar door zich tegen die waarden te keren, had het juist de laatste rem op het kapitalisme weggehaald.
Mensenrechten als nieuwe religie
Aanvankelijk leek echter Fukuyama gelijk te krijgen. Het marxisme en socialisme hadden, zo leek het, niet alleen prestigeverlies geleden, maar inderdaad een definitieve nederlaag. Een belangrijke pool was uit het politieke krachtenveld weggevallen, wat ook de andere desoriënteerde. Een algeheel ‘postmodern’ relativisme leek te triomferen, met ‘mensenrechten’ (die immers een rol hadden gespeeld bij het ondermijnen van het communisme) als de nieuwe universele religie. Schijnbaar moeiteloos verschoten linkse politici van kleur en werden ‘liberalen’, niet alleen in de voormalige DDR, maar ook elders in Europa. PvdA-leider Wim Kok verklaarde dat zijn partij de “ideologische veren” afschudde en dat nu ‘paarse’ samenwerking met de liberale VVD mogelijk was geworden.
Angela Merkel
Symbolisch voor de ontwikkelingen na 1989 is de politieke carrière van Angela Merkel. Zij begon haar politieke loopbaan in de DDR als lid van de protestantse, maar in feite geheel aan het communisme en de Sovjet Unie loyale CDUD (Christlich-Demokratische Union Deutschlands), die zich in 1989 echter van het communisme distantieerde om al in 1990 spoorloos op te gaan in de CDU van bondskanselier Helmuth Kohl. Deze haalde Merkel in 1991 in zijn kabinet als minister van vrouwenzaken. Vanaf 2005 werd zij zelf bondskanselier. In vijftien jaar was zij van loyale communiste tot leidster van het belangrijkste EU-land geworden.
'Nieuwe ethiek'
In terugblik heeft 1989 een nieuwe en wereldwijde ‘culturele revolutie’ ingeluid, een ‘paradigma-omslag’ waarvan de omvang pas in retrospectief duidelijk wordt. Onderzoekster Marguerite Peeters spreekt van een “nieuwe ethiek”, die zich “als een bosbrand” over de wereld heeft verbreid. Machtige minderheden dringen die nieuwe ethiek via supranationale organisaties met een het open debat mijdende, via agendering werkende ‘zachte consensus’ normatief op. Hun agenda is bovendien fanatiek postchristelijk. Dit is gebeurd tegen de achtergrond van een alom heersend postmodernistisch relativisme dat na 1989 vrij spel kreeg. Peeters: “Het basisuitgangspunt van postmodernisme is dat elke werkelijkheid een sociale constructie is, dat waarheid en werkelijkheid geen stabiele en objectieve inhoud hebben – dat die in feite niet bestaan.”
Christenen in verwarring
Daar sluit de genderideologie naadloos op aan. “De globale postmoderne ethiek viert de verschillen, de diversiteit van keuzes, culturele diversiteit, culturele vrijheid, seksuele diversiteit (verschillende seksuele oriëntaties). Dit ‘vieren’ is in feite het vieren van de “bevrijding” van man en vrouw uit de bestaansvoorwaarden waarin God hen geplaatst heeft. Deze beweerde ‘bevrijding’ wordt een imperatief van de nieuwe ethiek.” Christenen zouden een dam tegen deze relativistische neomarxistische vloed moeten vormen, maar helaas, aldus Peeters “verwart een aantal christenen de paradigma’s van de nieuwe cultuur met de sociale leer van de Kerk”. Dit misverstand reikt tot diep in het Vaticaan.
Agenda ongehinderd doorgezet
In het spoor van een explosieve economische globalisering kon zich na 1989 zo, vermomd als een ‘globale ethiek’ van ‘menselijke solidariteit’, een agenda van menselijke en maatschappelijke deconstructie ongehinderd doorzetten. Onder auspiciën van de Verenigde Naties en aangestuurd door NGO’s die bijzondere belangen (feminisme, abortus, homo-activisme) behartigden, werd die agenda in een snelle reeks intergouvernementele bijeenkomsten in nauwelijks zes jaar tijd uitgerold. Onderwijs: Jomtien (1990); kinderen: New York (1990); milieu: Rio (1992); mensenrechten: Wenen (1993); bevolking en ontwikkeling: Cairo (1994); vrouwen: Peking (1995); huisvesting: Istanboel (1996) en voedsel: Rome (1996). De conferenties werden door de drijvers erachter beschouwd als in elkaar grijpende schakels voor een te vormen wereldomspannende ‘consensus’ over een ‘package’ van ‘dynamische paradigma’s’, die samenlevingen in de richting van de nieuwe wereldorde moeten stuwen. Deze agenda lijkt de ‘aantrekkelijke vlinder’ uit de communistische rups te zijn geworden, waar dr. Plinio Correa d’Oliveira in 1995 voor waarschuwde.
Mening van het moment
Filosoof en priester Michel Schooyans wijst ook op de implicaties van agendering en een altijd weer heronderhandelbare ‘consensus’ als basis van de genoemde conferenties: voor de VN zijn niet waarheid en werkelijkheid meer het uitgangspunt, maar de gemeenschappelijke mening van dat moment, die per definitie in de gewenste vorm kan worden geplooid. “Deze consensus wordt voortdurend aangeroepen, op een valse manier, om nationale wetgeving te overtroeven die nog wel gebaseerd is op klassieke mensenrechten.” Nationale wetgeving steekt zo steeds ‘onjuister’ af tegenover de internationale ‘conclusies’ en ‘agenda’s’.
NGO's koken consensus voor
Het mechanisme is als volgt: lobbyende NGO’s met speciale belangen koken op internationale bijeenkomsten de ‘consensus’ voor en helpen die tot stand te brengen. “Vervolgens wordt deze consensus aangeroepen om landen onder druk te zetten zodat ze ‘trouw aan zichzelf’ de pacten of verdragen ondertekenen die betrekking hebben op zaken en actieprogramma’s die met consensus zijn bereikt. Eenmaal geratificeerd hebben deze juridische instrumenten in de deelnemende landen kracht van wet.” De consensuele ‘nieuwe ethiek’ is intrinsiek intolerant “omdat die in staat moet zijn sociale uniformiteit tot stand te brengen en individuen eendimensionaal moet maken.”
Geslacht vervangen met gender
Op die manier hebben ook de feministisch-lesbische NGO’s de definitieve doorbraak van ‘gender’ bereikt op de VN Wereldconferentie voor Vrouwen in 1995. Zij slaagden erin het woord ‘sekse’ of geslacht, dat naar de binariteit of tweegeslachtelijkheid van de menselijke seksualiteit verwijst, in officiële documenten te vervangen door ‘gender’. Hoe effectief deze aanpak was, blijkt bijvoorbeeld uit de anonieme Meerjarennota emancipatiebeleid 2000 met de veelzeggende titel Van vrouwenstrijd naar vanzelfsprekendheid. (Kamerstuk 27061 nr. 2). Men benadrukt daarin het debat achter zich te willen laten en de nieuwe waarden te willen ‘mainstreamen’ tot een ‘vanzelfsprekendheid’.
Overheid moet klassieke kostwinnersmodel bestrijden
Dit betekent, zoals het rapport in verwijzing naar de VN-conferenties en de EU zelf zegt, de rechtstreekse omzetting van “mensenrechten van vrouwen” naar “regulier beleid”. Het klassieke kostwinnersmodel (een man die werkt voor zijn gezin, waarvoor de vrouw de dagelijkse zorg heeft) moet de overheid actief tegengaan. Er moet een nieuw “sociaal contract” komen op basis van de genderideologie. Nederland heeft hiertoe een zogenoemde “dynamische verdragsverplichting”.
Lees ook: Ongepaste seksuele voorlichting op Engelse scholen gestaakt vanwege protest
Zichzelf bekrachtigende structuren
De VN heeft een netwerk aan organisaties opgezet om de genderideologie te verspreiden, terwijl overal NGO’s (in Nederland bijvoorbeeld de zwaar gesubsidieerde homoseksuele belangenorganisatie COC en de eveneens gesubsidieerde, anticonceptie en abortus promotende organisatie Rutgers) dienen als toezichthouders op de implementatie van de ‘dynamische verdragsverplichtingen’. Niet zelden ‘participeren’ die daar ook weer in. Zo is Rutgers nagenoeg monopolist in de beoordeling van lesmaterialen voor ‘seksuele vorming’, maar maakt het die ook zelf. Deze zichzelf bekrachtigende structuren worden ook ingezet om ‘conservatieve’ landen onder druk te zetten die bezwaren maken tegen de nieuwe agenda en weigeren daar zonder meer in mee te gaan.
Begrip huwelijk
Het is lastig de nieuwe ideologie in enkele woorden te vangen. Dat komt doordat zij helderheid schuwt, en er juist op uit is vastomlijnde begrippen die bij de realiteit aansluiten te ondermijnen. En goed voorbeeld is het woord ‘huwelijk’ dat vanouds verwijst naar een concrete sociale werkelijkheid, die zich baseert op de natuur en de vruchtbare polariteit van de twee geslachten. Door het begrip huwelijk in verband te brengen met homoseksualiteit wordt het in zijn essentie aangetast. Het begrip sluit als het ware vanuit zijn essentie homoseksuelen uit. Het was dan ook niet meer dan logisch dat filosoof Jacques Derrida, de meester van het postmoderne deconstructionisme, voorstelde het woord ‘huwelijk’ uit het burgerlijk recht te verwijderen als dat nodig zou zijn om het ‘homohuwelijk’ juridisch mogelijk te maken.
Nieuwe mensenrechten
Deze rol van de Verenigde Naties in het verspreiden van deze agenda, is volgens filosoof-priester Schooyans, die de ontwikkelingen sinds 1989 met een reeks publicaties op de voet heeft gevolgd, begonnen met een nieuwe ‘transformatieve’ interpretatie van de mensenrechten, zoals ze bedoeld waren in de mensenrechtenverklaring van 1948. Die was tot stand gekomen na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Bedoeld om de waardigheid van de menselijke persoon te waarborgen, vooral tegen de overheid, werden de mensenrechten als fundamenteel recht allengs tot een juridische springplank gemaakt voor nieuwe individuele eisen.
Lange lijst
“De bedreigingen komen vooral voort uit de wens om de lijst van mensenrechten langer te maken”, aldus Schooyans in een interview, “onder meer met enkele ‘nieuwe rechten’, waaronder het recht op ‘seksuele en reproductieve gezondheid’, ‘het recht op abortus’, zelfs voor minderjarigen en zonder toestemming van de ouders, de juridische erkenning van homoseksuele paren en verschillende modellen van het gezin. IPPF en Family Care International doen, samen met vele andere organisaties, er alles aan om deze nieuwe mentaliteit te verspreiden.”
Europese Unie
Ook de Europese Unie speelt hierin een rol. Schooyans: “In de internationale conferenties van de VN in Caïro en Peking werd zij een van de belangrijkste promotors van deze ‘nieuwe rechten’. Het Wereldgezondheidshandvest, opgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) noemt die ook. Voor deze mentaliteit bestaat het heteroseksuele, klassieke gezin wel, maar is er ook het homoseksuele ‘gezin’. Ook is er sprake van draagmoeders die ‘te huur’ zijn, of biologische moeders die werken voor paren die geen kinderen kunnen krijgen.” Zo ontstaan er tal van kinderen waarvoor geen wettige categorie meer bestaat. Schooyans: “Wie is de moeder? Wie zijn de ouders? Het dubbelzinnige gebruik van het woord ‘gezin’ zou dus kunnen leiden tot het verdwijnen van de economische, sociale en culturele rechten van de traditionele gezinnen.”
WHO: pornografie is bevrijding
De normaliter verhulde intolerantie waarmee de nieuwe ethiek gepaard gaat werd zelden zo openlijk verwoord als door de arts prof. Judith Mackay, werkzaam bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Volgens haar zullen in de toekomst “slechts nog enkele eigenzinnige, ultraconservatieve mensen het achterhoedegevecht leiden: overal ter wereld zullen religies de pil en andere voorbehoedsmiddelen accepteren, ze zullen homoseksuelen en lesbiennes toelaten tot het priesterschap, en samen in de VN strijden tegen seksuele discriminatie. Wie nakomelingen wil hebben, zal kunnen kiezen voor op maat gemaakte kinderen wat betreft hun intelligentiequotiënt of haarkleur.” Zelfs de golf van internetpornografie verwelkomt deze WHO-medewerkster als een bevrijding: ‘Cybersex’ zal een crisis veroorzaken onder koppels”, stelt ze vast. “Virtuele erotiek zal de eerste reden zijn voor echtscheidingen. Niemand zal zich nog een leven lang man of vrouw voelen, rollen zullen verdwijnen.”
Lees ook: Waarom de WHO uw kleuter seksualiseert
Lichaam wordt instrument
Volgens Schooyans zijn dergelijke opvattingen het logische gevolg van de genderideologie: “Woorden als huwelijk, gezin, moeder moeten worden geëlimineerd, omdat ze niet overeenkomen met de realiteiten die deze ideologie acceptabel vindt. Bovendien herinneren ze aan historische situaties die achterhaald zijn. De ideologie moet die aan de kaak stellen en vernietigen.” Dat heeft verregaande gevolgen. Als alle verschil tussen man en vrouw is opgeheven, “is het eerste gevolg dat de mannelijkheid en de vrouwelijkheid die eigen zijn aan de mens, geen zin meer hebben. Op deze manier wordt het lichaam voor het individu een eenvoudig instrument om te genieten van allerlei soorten plezier - homoseksualiteit, egoïstische geneugten - zelfs als dit abortus impliceert.”
'Duidelijk een plan'
Schooyans concludeert dat de genderideologische agenda duidelijk “een plan is, dat de culturele modellen probeert te verstoren. Het gaat niet alleen om het toevoegen van nieuwe rechten, maar om iets veel diepers: om rechten die eerder werden erkend, radicaal te herinterpreteren.” De kaping van het huwelijk door de homolobby kan daarvoor model staan. In artikel 12 EVRM (Verdrag van Rome 1950) werd het “recht te huwen en een gezin te stichten” toegekend aan “mannen en vrouwen van huwbare leeftijd”. Het EU Handvest van de Grondrechten, onderdeel van het Verdrag van Lissabon (2009) laat “mannen en vrouwen” weg, daarmee de mogelijkheid openend voor twee mensen van gelijk geslacht dan wel transgenders om op dit ‘grondrecht’ een beroep te doen. Om te beklijven moet deze ‘nieuwe ethiek’ echter ook op de nieuwe generaties overgedragen worden. Daarvoor is de ‘Comprehensive Sexuality Education’ (CSE) ontwikkeld, die vanuit de VN en haar organisaties internationaal via scholen wordt verspreid. Ook in Nederland.
Deze tekst is genomen uit het rapport Seksuele indoctrinatie in schoolboeken. Bestel uw exemplaar hier:
Laatst bijgewerkt: 4 oktober 2023 17:21